Neuronavigatie betekent navigeren, ofwel de weg vinden, binnen het zenuwstelsel. Hierbij gaat het dan vooral om de hersenen. Met behulp van de tegenwoordige scans kunnen zeer exacte afbeeldingen van het brein in drie richtingen worden verkregen. Je zou denken dat de anatomie zo goed bekend is dat het weinig moeite kost om deze processen vervolgens bij een operatie terug te vinden. In de praktijk valt dat echter tegen. Wanneer er sprake is van een proces dat ligt dichtbij een botrichel of een opening in de schedel is het niet zo moeilijk. Maar waar b.v. sprake is van een uitzaaiing die vlak onder de oppervlakte ligt (en meestal is dat zo) kan het vinden hiervan erg moeilijk zijn. De kanteling van het horizontale vlak in de scan, dat evenwijdig hoort te lopen aan het vlak door de gehoorgang en het midden van de ogen, hoeft maar iets meer of minder te zijn en je plaatst het proces in gedachten al verder naar voren of naar achteren dan in werkelijkheid.
Ontwikkeling van de neuronavigatie
De oudste vorm van neuronavigatie is die waarbij de neurochirurg op grond van zijn kennis en ervaring van de hersenen en de anatomie daarvan in gedachten het beeld van de scan overdraagt op de werkelijke situatie. Meten van afstanden en vooral de afbeeldingen in drie richtingen van de MRI kunnen daarbij behulpzaam zijn.
Stereotaxie is een methode waarbij met behulp van een frame, dat aan de schedel wordt vastgemaakt, en daarna gemaakte scans, tot op de millimeter nauwkeurig punten in het brein kunnen worden bepaald. De methode wordt en werd vooral gebruikt voor het nemen van kleine stukjes voor onderzoek (biopten) uit diep gelegen delen en voor het aanbrengen van letsels met behulp van warmte voor bij voorbeeld de ziekte van Parkinson. De nieuwere systemen boden daarnaast de mogelijkheid tot “open operaties” met behulp van het frame. in het Neurochirurgisch Centrum Zwolle worden al sinds 1991 op deze wijze operaties verricht. Nadeel van de methode is dat altijd eerst nadat het frame is aangebracht nog een CT-scan of MRI moet worden gemaakt. Hiervoor is transport van de patiënt naar de Röntgenafdeling nodig terwijl deze al onder narcose is.De komst van snelle en krachtige computers heeft het mogelijk gemaakt dat de stereotaxie zonder frame kan worden bedreven. Het wordt dan ook wel “frameless stereotaxie” genoemd.
Mogelijkheden
De komst van de neuronavigatie betekent dat het mogelijk is om patiënten nog veiliger te opereren dan al het geval was.
Het Neurochirurgisch Centrum Zwolle beschikt daarnaast over de z.g. Fluonav®. Hiermee kan als het ware met een doorlichtingsapparaat worden genavigeerd. Het is niet meer nodig om vaak en langdurig te doorlichten, maar er wordt voor de operatie slechts een enkele opname gemaakt, die vervolgens door de computer wordt vergeleken met de aanwezige gegevens van de patiënt. Net als bij doorlichting kan de positie van instrumenten en schroeven op het beeldscherm worden gevolgd, alleen is er sprake van een virtueel beeld: er wordt niet meer echt doorlicht. De stralenbelasting voor operateur, assistenten en patiënt wordt hierdoor veel minder, en er hoeft niet meer in de (letterlijk) loodzware warme jassen te worden gewerkt.
Op de foto hierboven is te zien hoe de operateur zich volledig kan oriënteren op het beeldscherm, waar de opgeslagen plaatjes van de eerder met de Röntgenbuis (deze is nog wel te zien maar opzij geschoven) gemaakt foto’s te zien zijn. De vier witte bolletjes zitten vast aan een z.g. referentieframe, en op het instrument dat de operateur in de hand heeft zijn nog eens kleine lampjes (LED’s) aangebracht. Deze bolletjes worden door een camera (niet in beeld, zie figuur boven) “gezien” en in overeenstemming gebracht met opgeslagen informatie. De operateur ziet zijn instrument op het beeldscherm verschijnen alsof er werkelijk doorlicht wordt, al is dat niet zo. De software biedt verder de mogelijkheid nog extra informatie zichtbaar te maken zoals b.v. de diepte van een te boren gat, dikte van een schroef e.d.
Wat merkt de patiënt ervan?
Niet veel. Meestal zal een nieuwe MRI gemaakt moeten worden volgens het protocol dat geldt voor de neuronavigatie. Voor de wervelkolom wordt met een CT scan gewerkt. Soms kan de MRI direct al worden gemaakt wanneer bij de eerste scan al blijkt dat het gaat om iets wat mogelijk geopereerd zal moeten worden. De verwachting is dat het systeem bij de meeste hersenoperaties (tumoren) zal worden ingezet. Bij operaties aan de hersenvaten of aan de schedelbasis is neuronavigatie meestal niet nodig, omdat daar de anatomie op een andere manier duidelijk is.
Toekomstige ontwikkelingen
De laatste jaren heeft een sterke opmars van door computers gestuurde apparatuur binnen de neurochirurgie plaatsgevonden. De neuronavigatie is daarvan een van de laatste ontwikkelingen. Voor de toekomst ligt koppeling met b.v. robot-armen voor de hand. Hoewel men zich op dit moment nog niet goed kan voorstellen hoe een robot een neurochirurg kan vervangen, is het wel voorstelbaar dat bepaalde eenvoudige taken, waarvoor echter wel een hoge mate van precisie is vereist, door een robot worden overgenomen. De neurochirurg zal dan wel de opdrachten moeten geven, begeleiden en bewaken. Te denken valt b.v. aan het openzagen van de schedel of het plaatsen van schroeven in de boogvoetjes van wervels.
Ook valt te verwachten dat het in de toekomst, met behulp van functioneel-MRI (fMRI) scan onderzoek, steeds meer mogelijk wordt om ook de functie van bepaalde hersengebieden nauwkeurig te kunnen vastleggen. Deze gegevens kunnen dan ook worden ingevoerd in het neuronavigatie systeem. Tijdens de operatie weet de neurochirurg dan precies waar belangrijke hersenfuncties zoals taal en motoriek zijn gelokaliseerd. De kans op beschadiging van deze belangrijke hersenfuncties tijdens een operatie wordt door deze informatie dan nog verder gereduceerd.